Geschiedenis Milaan

Meer over Geschiedenis Milaan

Milaan heeft een roerige geschiedenis gekend. Er hebben veel machtswisselingen plaatsgevonden, die veelal gepaard gingen met de verwoesting van (een deel van) de stad. Ook in de Tweede Wereldoorlog speelde Milaan een belangrijke rol.

De Romeinse tijd

Rond 400 voor Christus werd de plaats waar we nu de stad Milaan vinden bewoond door een Gallische stam die we tegenwoordig de Insubres noemen. In 222 voor Christus werd deze nederzetting veroverd door de Romeinen, die de plaats de naam Mediolanum gaven. Toen de Romeinen hier enige tijd gewoond hadden, maakten ze van Milaan de hoofdstad van het West-Romeinse Rijk. Keizer Maximianus liet een aantal grote monumenten bouwen.

In 313 na Christus garandeerde Constantijn de Grote met het Edict van Milaan vrijheid van godsdienst voor de Christenen. In 402 werd de stad belegerd door de Visigoten, maar vijftig jaar namen de Hunnen de stad al over. In 539 kwamen de Ostrogoten, die Milaan veroverden en grotendeels verwoestten tijdens de Gotische Oorlog, die van 535 tot 554 duurde. In 569 veroverden de Longobarden, een Oost-Germaans volk dat oorspronkelijk uit Scandinavië kwam, Milaan. In 774 gaf Milaan zich over aan de Franken, en Karel de Grote werd koning van de Lombarden. Hierna was Milaan een onderdeel van het Heilige Roomse Rijk.

Middeleeuwen

Tijdens de Middeleeuwen ging het Milaan als handelscentrum voor de wind, omdat het de macht had over de vruchtbare Povlakte. De oorlog die Frederik I van Hohenstaufen (‘Barbarossa’) tegen de steden van Lombardije voerde, leidde tot de verwoesting van een groot deel van Milaan in 1162.

De steden van Lombardije verkregen onafhankelijkheid ten tijde van de Vrede van Konstanz in 1183 en Milaan werd een hertogdom. In 1208 werd Rambertino Buvalelli podestà (hoge ambtenaar) van Milaan. In 1242 werd hij opgevolgd door Luca Grimaldi, die op zijn beurt in 1282 werd opgevolgd door Luchetto Gattilusio. In 1395 werd Gian Galeazzo Visconti hertog van Milaan, maar de heerschappij van de familie Visconti kwam ten einde toen Filippo Maria Visconti in 1447 overleed zonder een mannelijke erfgenaam te hebben voortgebracht.

De Ambrosiaanse Republiek werd uitgeroepen, maar die hield niet lang stand. In 1450 werd Milaan veroverd door Francesco Sforza. Onder het Huis Sforza kwam Milaan tot grote bloei. Tijdens de Italiaanse Renaissance was Milaan een prominente stad.

Spaanse Franse en Oostenrijkse overheersing

De Franse koning Lodewijk XII maakte in 1492 aanspraak op het hertogdom Milaan. Milaan werd in die tijd verdedigd door Zwitserse huurlingen. Na de overwinning van de opvolger van Lodewijk XII op de Zwitsers tijdens de Slag van Marignano, werd Frans I van Frankrijk heerser over Milaan. Toen de Habsburgse Karel V Frans I versloeg tijdens de Slag bij Pavia in 1525, werd heel Noord-Italië eigendom van het Huis Habsburg. In 1556 deed Karel V afstand van de troon ten gunste van zijn zoons Filips II en Ferdinand I. Karels eigendommen in Italië, inclusief Milaan, gingen over op Filips II.

De negentiende eeuw

Napoleon veroverde Lombardije in 1796, en Milaan werd de hoofdstad van de Cisalpijnse Republiek. Later riep Napoleon Milaan uit tot de hoofdstad van het Koninkrijk Italië, en hij liet zichzelf kronen in de Dom. Toen Napoleons heerschappij tot een einde kwam, ging Milaan in 1815 over in Oostenrijkse handen. In deze tijd werd Milaan een belangrijke stad voor de lyrische opera. Mozart schreef drie opera´s in Milaan, en in een paar jaar tijd werd La Scala een van de toonaangevende theaters in de wereld.

In 1848 kwamen de inwoners van Milaan in opstand tegen de Oostenrijkse overheersing tijdens de zogenoemde ‘Cinque Giornate’. Veldmaarschalk Radetzky zag zich gedwongen zich tijdelijk uit de stad terug te trekken, maar korte tijd later heroverde hij de macht over Milaan en Noord-Italië. Italiaanse nationalisten riepen echter op tot het verdrijven van de Oostenrijkers, in het belang van de Italiaanse eenwording. Sardinië en Frankrijk gingen een alliantie aan en versloegen Oostenrijk tijdens de Slag bij Solferino in 1859. Hierop werden Milaan en de rest van Lombardije ingelijfd bij het Koninkrijk Sardinië, dat later werd omgedoopt tot het Koninkrijk Italië.

Met de politieke eenwording van Italië verstevigde de leidende commerciële positie van Milaan in Noord-Italië. Er ontstond bovendien een wirwar van spoorwegen, die allemaal samenkwamen in Milaan, waardoor Milaan het belangrijkste spoorwegknooppunt van Noord-Italië werd. Tijdens de snelle industrialisatie werd Milaan de hoofdstad van de belangrijkste industriële regio van Italië, hoewel de stad in het laatste decennium van de negentiende eeuw nog werd opgeschrikt door rellen die te maken hadden met de hoge inflatie. In de tussentijd domineerden de banken van Milaan het Italiaanse financiële leven, en de stad werd het leidende financiële centrum van het land. De economische groei van Milaan leidde tot een snelle groei van het stedelijk gebied en het aantal inwoners tijdens het einde van de negentiende en het begin van de twintigste eeuw.

De twintigste eeuw

In 1919 richtte Benito Mussolini de Zwarthemden op, een organisatie die later de kern zou vormen van de fascistische beweging in Italië. In 1922 begon Mussolini zijn Mars op Rome in Milaan.

Tijdens de Tweede Wereldoorlog leed Milaan zwaar onder Engelse en Amerikaanse bombardementen. Hoewel Italië in 1943 uit de oorlog stapte, bezetten de Duitsers het grootste deel van Noord-Italië tot 1945. Enkele van de zwaarste geallieerde bombardementen op Milaan vonden plaats in 1944. De bombardementen concentreerden zich rond het Centraal Station van Milaan.

Toen de oorlog op zijn einde begon te lopen, rukte de Amerikaanse 1st Armored Division op naar Milaan, als onderdeel van de Povlakteoffensief. Maar al voor ze Milaan bereikten, begon de Italiaanse verzetsbeweging een openlijke opstand en bevrijdde de stad. Niet ver van Milaan werden Mussolini en enkele leden van zijn Repubblica Sociale Italiana door het verzet opgepakt en geëxecuteerd. De lichamen van de fascisten werden meegenomen naar Milaan en ondersteboven opgehangen op het piazzale Loreto.

Na de oorlog was er in Milaan een vluchtelingenkamp voor Joden die uit Oostenrijk wegvluchtten. In de jaren vijftig en zestig van de twintigste eeuw kwamen duizenden Italianen, vooral uit Zuid-Italië, naar Milaan. Ze waren allemaal op zoek naar werk in een stad met een snel groeiende economie. Vanaf de jaren tachtig van de twintigste eeuw ging Milaan grote hoeveelheden immigranten uit vooral de derdewereldlanden huisvesten. In deze tijd kwam ook het Milanese Chinatown tot ontwikkeling.