Geschiedenis New York

Op het eiland Manhattan woonden vroeger indianen. In 1524 kwam de eerste Europeaan, de Italiaan Giovanni da Verrazzano, aan in de haven van New York. Begin 17e eeuw werd het gebied door de Engelsman Hudson in kaart gebracht. De Hudson rivier in New York is nadien naar hem vernoemd.

In 1621 zetten de eerste Hollanders voet aan wal in Manhattan. Deze pelshandelaren gaven de plaats de naam Nieuw-Amsterdam. Het gebied rondom Nieuw Amsterdam werd Nieuw Nederland genoemd. In 1626 verkochten de Indianen Manhattan aan de gouverneur van Nieuw-Nederland, Peter Minuit.

In 1664 werd het gebied door de Engelsen veroverd. Onder gouverneur Peter Stuyvesant kwam de plaats voor even weer in Nederlandse handen. Tenslotte werd de stad weer bezit van de Engelsen en werd de naam Nieuw-Amsterdam veranderd in de Province of New York, genoemd naar de toenmalige Engelse heerser, de Duke of York.

Rond 1776 vonden er in de huidige stad New York een reeks veldslagen plaats. De Amerikanen wilden af van de Britse heerschappij. In de Amerikaanse Onafhankelijkheidsoorlog tegen de Engelsen vielen heel wat slachtoffers. Uiteindelijk won het Amerikaanse leger onder leiding van George Washington de oorlog. In 1783 verlieten de Britten de stad.

De Verenigde Staten werden onafhankelijk en New York werd de eerste hoofdstad. George Washington werd in 1787 de eerste president. Vanwege de gunstige ligging en dankzij de opening van het Erie Canal, werd New York een belangrijk economisch centrum. Vanwege de goede economische vooruitzichten kwamen een groot aantal immigranten naar New York en de bevolking van de stad groeide explosief. Vanaf 1840 kwamen vooral vele arme Ieren, in de hoop op een betere toekomst, naar New York.

Na de Amerikaanse Burgeroorlog, waarbij de noordelijke en de zuidelijke staten tegen elkaar vochten, kwam ook de toestroom aan immigranten uit Europa en Azië op gang. De slechte omstandigheden waaronder de immigranten leefden, leidden tot criminaliteit en bendevorming. De bevolking kwam in opstand en vochten voor hun rechten. Revoluties en vakbondsvorming kenmerken deze periode. De geschiedenis en benaming van verschillende buurten in New York zijn verbonden met de aankomst en verspreiding van groepen immigranten, zoals China Town, Little Italy en Little Germany aanduiden.

In 1898 ontstond de huidige moderne versie van de stad New York. New York werd ingedeeld in 5 stadsdelen. Ook veel Afro-Amerikanen uit de Zuidelijke staten trokken, vanaf de jaren ‘20 naar New York. In 1925 had de stad New York het grootste inwoneraantal ter wereld. Vanaf de jaren ’30 kreeg New York zijn kenmerkende straatbeeld. De bouw van de hoge wolkenkrabbers, waarom New York bekend staat, begon.

In de jaren ’80 bloeide Wall Street op en werd opnieuw het wereldcentrum van de financiële sector. Dankzij het groeiende aantal toeristen floreerde ook het Theater District rond Broadway weer. Burgemeester Rudy Giuliani heeft ervoor gezorgd dat de criminaliteit in de jaren ’90 drastisch daalde. Aldus werd New York niet alleen voor immigranten een aantrekkelijke woonplaats maar ook voor vele Amerikaanse burgers.

Op 11 september 2001 vond in New York een terroristische aanslag plaats. Twee vliegtuigen vlogen in het World Trade Center. Een complete instorting van de twee torens was het gevolg en er werden meer dan 3000 mensen gedood.

De geschiedenis en ontwikkeling van New York laten zien waarom deze stad een wereldstad genoemd wordt. New York City is de grootste stad van de Verenigde Staten en is een van de grootste steden ter wereld. New York is vanwege haar ligging, een van de belangrijkste centra op handels- en financieel gebied. Verder speelt New York een vooraanstaande rol op gebied van politiek, communicatie, film, muziek, mode en cultuur. New York heeft zijn bezoekers dan ook enorm veel te bieden.

New York herbergt een veelheid aan culturen en inwoners, er worden meer dan 170 verschillende talen in de stad gesproken. Zodoende is New York alleen al vanwege de culturele diversiteit geweldige stad.

Vele monumenten en wijken van de stad zijn bekend over de hele wereld en staan vaak symbool voor de VS in het algemeen, zoals het Vrijheidsbeeld, Wallstreet en het Empire State Building. Vanwege de grote bedrijvigheid, het verkeer, de grote aantallen mensen op straat en de metro die 24 uur per dag open is, wordt New York ook wel “The City that never sleeps ("de stad die nooit slaapt") genoemd. Een andere erg populair bijnaam is “The Big Apple”.