Meer over Geschiedenis Venetie
De groep eilanden waarop het moderne Venetië is gesitueerd, stond al in de Romeinse tijd bekend als 'Venetia'. Pas in de tijd van de invallen van Atilla en de Langobarden in de 5e en 6e eeuw kwamen echter de eerste grotere nederzettingen tot stand: vluchtelingen vestigden zich op de eilanden.
In de 9e eeuw werd Venetië een eenheid. De bewoners van het gebied hadden gemeenschappelijke vijanden, en er werden bruggen tussen de verschillende eilandjes gebouwd. Ook kreeg de stad voor het eerst een eigen beschermheilige: Marcus van Alexandrië. Hij ligt begraven op de plek waar nu de Basiliek van San Marco staat.
In de loop van de 12e eeuw werd Venetië in economisch opzicht een serieuze bedreiging voor Genua en Pisa. Dit leidde tot een oorlog met Genua, die meer dan een eeuw duurde. Pas in 1380 kwam er een einde aan de strijd, die door Venetië gewonnen werd.
In de 12e, 13e en 14e eeuw was de macht van Venetië het grootst. Daar kwam echter verandering in toen de Turken in 1453 Constantinopel innamen en Venetië veel eilanden en havens kwijtraakte, waardoor het in financiële problemen kwam.
Op de lange duur bleek Venetië niet opgewassen tegen de grootmachten die in Europa heersten. In 1797 werd Venetië veroverd door Napoleon, die al snel na zijn verovering het Verdrag van Campo Fromio tekende, dat erin voorzag dat Venetië bij het koninkrijk Venetië-Lombardije ging horen, dat door Oostenrijkers werd bestierd. In 1866 sloot Venetië zich aan bij Italië.